Yves T’Sjoen. ‘In de beweging van het denken wordt artistieke creativiteit geboren’. Naar aanleiding van een brief aan Breyten uit Accra
Dakar, Ouagadougou en Accra. Drie lieux de mémoire waar de democratische transitie van Zuid-Afrika eind jaren tachtig en begin negentig is voorbereid. Bekend is de bijeenkomst in Senegal, in 1987. Minder bekend de gesprekken in Burkina Faso en Ghana. Frederik van Zyl Slabbert tekende hierover herinneringen op. Vanochtend vroeg stuurde ik een e-mail vanuit Accra. Dit is een parafrase van wat ik schrijf: Gisteren zijn we gearriveerd in de hoofdstad van Ghana, in de Britse koloniale tijd de ‘Goudkust’ genoemd, na een korte tussenstop in Addis Abeba. Op vrijdagavond stapten we bij de luchthaven Tambo (Joburg) in een toestel van Ethiopian Airlines dat ons veilig naar Ethiopië bracht, vervolgens naar Ghana. Op deze plek bij de Golf van Guinea, helemaal in het zuiden, lees ik ’s ochtends de essays in Berichten uit de Middenwereld, Hesselinks vertaling van Notes from the Middle World. Bij tal van bezoeken aan Zuid-Afrika draag ik het boek in mijn reiskoffer, een metgezel onderweg. Het essayboek heeft voor mij de waarde van een apocrief brevier, een bundel met bespiegelingen die ik hier in West-Afrika moét lezen. Voor mijn jongste boek Breyvier, met satellietannotaties bij de Breytenbach-studie, liet ik er mij gracieus door leiden. Stelselmatig overdonderend zijn het titelessay ‘Berichten uit de Middenwereld’, de open brief van de bastaardzoon Mshana aan Madiba (‘Mandela’s glimlach’), ‘De verbeelding van Afrika’ en ‘De Afrikaner als Afrikaan’. De teksten over de verbeelding van Afrika en het institutionele belang van GORIN zijn al méér dan een decennium een creatieve bron van inspiratie. Ik lees tussendoor ook in de memoires van Frederik Van Zyl Slabbert over de oprichting van het instituut in Gorée in juni 1992. GORIN is gelanceerd op 25 juni 1992 in het gerestaureerde Maison du Soudan. De Duitse ambassade stond in voor de renovatie en de Senegalese overheid stelde het gebouw ter beschikking voor het secretariaat en als conferentieruimte. De Board of Trustees bestond uit vertegenwoordigers van Benin, Canada, Duitsland, Eritrea, Frankrijk, Ghana, Nigeria, Senegal, Zambia en Zuid-Afrika.
De bestemmeling van de ochtendpost is Breyten Breytenbach, oud-directeur van het departement Culturele Zaken van het GORIN.
GORIN (1992-2022)
In juni 2022 bestond het Gorée-instituut precies dertig jaar. De pan-Afrikaanse organisatie, Centre pour la Démocratie, le Développement et la Culture en Afrique, is opgericht met als doelstelling “de contribuer à la mise en place de sociétés paisibles, justes et autosuffisantes en Afrique, de renforcer le dialogue politique pour la résolution pacifique des conflits, de contribuer à la consolidation des processus démocratiques et des institutions, et d’encourager la créativité artistique, sociale et économique”. In 1987 zijn de eerste stappen gezet, onder anderen door Thabo Mbeki, Alfred Nzo, Steve Tshwete, Mac Maharaj, Pallo Jordan, Kader Asmal, Bridget Mabandla, Essop Pahad en Barbara Masekela, Breyten Breytenbach en Frederik Van Zyl Slabbert én een groep progressieve Zuid-Afrikanen in de diaspora, toen in Dakar gesprekken zijn gevoerd met het in Zuid-Afrika al decennialang verboden ANC over politieke transitie. In 1990 kwam Mandela vrij en op 27 april 1994 vonden de eerste democratische verkiezingen plaats. De toenmalige Senegalese president Abdou Diouf nam eind jaren tachtig het initiatief voor de conferentie in Dakar, hierin gesteund door de Franse presidentsvrouw Danielle Mittérand namens La Fondation France-Libertés. De aanzetten zijn geformuleerd door Van Zyl Slabbert en Breytenbach. Zo getuigt de voormalige politicus in het hoofdstuk ‘Backroom Factotum and Facilitator’ in zijn memoir The Other Side of History. An Anecdotal Reflection on Political Transition in South Africa (2006, pp. 85-90).
Poëziecaravaan van Dakar naar Timboektoe
Op de website van het Gorée-instituut is te lezen dat de organisatie “réalise sa mission par la recherche, la facilitation et l’intervention, et travaille en étroite collaboration avec les instances régionales et sous régionales africaines, les organisations de la société civile africaine et les citoyens africains”. Naast maatschappelijke, economische en politieke onderwerpen is er ook ruime aandacht voor cultuur en kunst. Bekend is de “karavaan van de verbeelding” (Jan Kees van de Werk, De karavaan van de verbeelding. Van Gorée naar Timboektoe, 2000) die van Dakar naar Timboektoe in Mali reisde en Afrikaanse kunstenaars op het continent dichter bij elkaar bracht. Niet toevallig traden bij de officiële opening in juni 1992 muzikanten en dansers op uit Mali, die Breytenbach blijkbaar had benaderd. “De voortschrijdende dialectische beweging die ontstaat wanneer ruimten van creativiteit – hoe kritisch ook – tot ontwikkeling komen [ligt] ten grondslag aan de ‘Poëziecaravaan’ die het Gorée-instituut […] organiseerde”, zo schrijft Breytenbach in zijn Middenwereld-deel. “Tien Afrikaanse dichters uit verschillende delen van het continent – Tunesië, Mali, Ivoorkust, Zimbabwe, Senegal – reisden samen per auto, trein en pirogue van Dakar naar Timboektoe. Elke avond werd er met griots, muzikanten en dichters uit de regio een festival georganiseerd op de plaats waar we overnachtten. Dichters reisden mee tot het volgende kamp en onderweg waren er workshops over de vertaalkunst en over lokale talen en gebruiken”. Om vervolgens te besluiten: “De ‘Poëziecaravaan’ was een bewuste poging oude handelsroutes nieuw leven in te blazen en woorden weer van marktplaats naar marktplaats door te geven, als dromen en visioenen in de wind”.
Oud-slaveneiland Gorée
Het eiland Gorée, gelegen voor de kust van Dakar, is bekend als het oude slaveneiland. Het was eeuwenlang in wisselende handen van Portugese, Franse, Britse en Nederlandse kolonisatoren. Als eigendom van de Verenigde West-Indische Compagnie fungeerde L’Ile des Esclaves als doorgangsplek voor uitvoer van tot slaaf gemaakten naar Zuid-Amerika en de Verenigde Staten. Guy Thilmans wijdde er een historische studie aan: La grande batterie de Gorée. Recherches archéologiques et historiques (Éditions du Musée historique du Sénégal, Gorée, 2006, mij door Breytenbach ter beschikking gesteld). Gorée staat symbool voor de onderdrukking, economische uitbuiting, de terreur van de slavenhandel, sociale ongelijkheid en schrijnende armoede, als dusdanig een tragische lieu de mémoire in West-Afrika waar niet toevallig – onder meer dankzij de gulle investering van de Hongaarse zakenman George Soros – het vredes- en onderzoeksinstituut is gevestigd. Breytenbach was gedurende acht jaar “executive director” van de culturele afdeling (2002-2010) die opereert onder het motto “Imagine Africa” (https://voertaal.nu/om-afrika-te-verbeel-brugfuncties-van-breytenbach-en-goree-instituut/). Na de bijeenkomst in Dakar, “de eerste grote ontmoeting tussen het ANC, nog in ballingschap, en ongeveer zestig gemeenschapsleiders van binnen Zuid-Afrika” volgden nog samenkomsten: in Ouagadougou en in Accra, de plek waar ik mij thans bevind. Breytenbach tekende hierover op: “Deze historische reeks samenkomsten, die de onderhandelingen over een vreedzame democratisering van het gekwelde land [Zuid-Afrika] hielpen faciliteren, resulteerden in de oprichting van het Gorée-instituut […]. Dit pan-Afrikaanse instituut, dat is geworteld in de civil society van het continent, richtte zich als centrum van uitmuntendheid op het bevorderen van democratisering, ontwikkeling en cultuur in Afrika”. Verder stelt de schrijver met klem: “Ik was eindelijk in de Middenwereld aangekomen” (in ‘Zelfportret/dodenwake. Gedachten over autobiotrofie’).
Afrika herschrijven
In 1996 tekende mijn Utrechtse collega Geert Buelens op in Poëziekrant: “Een belangrijke bijdrage tot [het] zelfbewustzijn kan volgens [Breytenbach] geleverd worden door kunstenaars. Hij oppert dat vijftig schrijvers opdracht zouden moeten krijgen om het zwarte continent opnieuw uit te vinden door het te beschrijven, om het ‘terug aan de mensen te geven in hun eigen taal’. Als medeoprichter van het Gorée Institute / Centre for democracy, development and culture op het vroegere slaveneiland Gorée […] heeft Breytenbach alvast zelf een aanzet gegeven. Het instituut streeft ernaar om Afrikaanse intellectuelen met elkaar in contact te brengen en de democratie op het continent te bevorderen”. Vorig jaar in september was Breytenbach er na lange tijd weer op bezoek en tekende reisnotities op. Hij deelde zelfs het strategisch beleidsplan voor de komende jaren. In een gesprek stelde hij voor allianties tot stand te brengen met Afrika instituten in Europa, zoals in Leiden en Gent.
Le Gorée Institute, “maison pour la démocratie”, is een organisatie die het debat over mens en maatschappij op het Afrikaanse continent bevordert. Vandaag wordt in de VS, in Europa en in Afrika het gesprek gevoerd over dekolonisatie, aangewakkerd door de #Black Lives Matter-beweging, over de mentaal en fysiek tastbare gevolgen van eeuwenlange kolonisatie van volkeren door imperialistische Europese mogendheden: Leopold II en België in Congo, de Nederlanders en de Britten in Zuid-Afrika, de Portugese bezetting van Gorée en de kolonisatie van West-Afrika (Angola) tot Oost-Afrika (Mozambique). De onderdrukkende koloniale geschiedenis van Afrika, van Zuid-Amerika en van Azië laten tot in het heden diepe sporen zien, trauma’s en ze zorgen nog altijd voor etterende wonden die niet kunnen genezen.
Afrika als hybride ruimte
In de postkoloniale periode, sinds 1960 in Senegal, blijven westerse (“witte”) denkpatronen bepalend voor onze kijk op Afrika en bij uitbreiding op continenten, culturen en volkeren die vele eeuwen zijn onderdrukt, economisch geëxploiteerd, verscheurd en vermoord. Kunstenaars, zoals verenigd in het pan-Afrikaanse Gorée-instituut, gaan inderdaad op een verbeeldende en creatieve manier om met (post)koloniale geschiedenis. Breytenbach schrijft hierover met de nodige kritische zin in Berichten uit de Middenwereld. Die kunstenaars doen dat misschien niet door in de publieke ruimte tekens van het gewelddadige verleden te elimineren – er wordt vandaag nogal makkelijk gesproken over “cancelcultuur” – maar door op een vinding- en verbeeldingsrijke maatschappij-betrokken manier hiermee om te gaan en de geschiedenis een plaats te geven in het heden. Dat proces vergt verbeeldingskracht en een open manier van denken. Het denken over transformatie en metamorfose is de noodzakelijke context voor een creatieve verbeelding van Afrika. Cultuur is geen product, maar een maakproces, “een praktijk en een proces”, zo stelt Breytenbach. In ‘Het maken. Over kunst en cultuur’ lees ik: “We moeten ons er scherp van bewust zijn dat er verschillende ruimten in Afrika bestaan en dat die door hun bestaan alleen al beweging in gang zetten. Want idealiter is een ruimte niet slechts een toevluchtsoord of vrijplaats maar teven een plaats van metamorfose”. In de Middenwereld, die liminale biotoop van “onburgers” (“uncitizens”), bekleedt GORIN historisch-geografisch een bijzondere plaats. Het vraagt inderdaad nogal wat moed en denkvermogen om af te stappen van klassieke en comfortabele, maar weinig effectieve, westerse culturele en politieke patronen om Afrika te verbeelden. Zoals over de notie van democratie.
Creativiteit is de vooruitgang
Ka’afir, de West-Afrikaanse Breyten, kameleon en “buitenstaander in Afrika, […] heiden te midden van kruiperige types”: eind 2023 reizen we, wanneer het bestaan ons genadig is, samen met collega Alwyn Roux naar Senegal om er het Gorée-instituut te bezoeken en aanzetten te realiseren van wat in Notes from the Middle World staat opgetekend. Tussen noord en zuid moeten allianties worden tot stand gebracht zodat de doelstellingen van het GORIN in de toekomst een kans op slagen hebben. “Instrumenten” en “modellen” zijn opgericht, nu moet de dialoog worden bewerkstelligd. Het intercontinentale gesprek over Afrika dient te worden geïnitieerd in de geest van transformationele handelingen, de handelingen waarin we onszelf en Afrika tot stand brengen, van het proces van metamorfose en dialoog. Het opstel ‘Over de “vooruitgang”’ eindigt met de oproep: “Vooruitgang? Nee. Creativiteit? Uit noodzaak. Al is er dan geen vooruitgang, we moeten onszelf blijven verbeelden. Al is er dan geen vooruitgang, we moeten de premissen van empirische feiten blijven creëren. De wereld – onze wereld – is er altijd al geweest en elke dag creëren we haar opnieuw. Als we de wereld niet zouden bewandelen, zou ze niet bestaan”.
Accra, 23 juli 2023
Breyten Breytenbach, Notes from the Middle World (Haymarket Books, Chicago, 2009). Berichten uit de Middenwereld. Vertaling Krijn Peter Hesselink. Podium, Amsterdam, 2010.
Notities over het Gorée Institute (GORIN) zijn ter gelegenheid van de dertigste verjaardag van de oprichting gepubliceerd in mijn boek Breyvier. Over taal, burgerschap en Breytenbach (2023). Alwyn Roux en Yves T’Sjoen presenteren voor het (uitgestelde) internationaal congres Two Islands Conference: ‘The Ties that Bind South Africa and Senegal’ (Senegal) het referaat ‘The representation of “Imagined Africas” in Breyten Breytenbach's creative and critical work’.