Announcing the Winners of the Samespraak Poetry Competition
Samespraak Poetry Competition
November 2023-February 2024
We received 20 poems for Samespraak’s first poetry competition from November 2023 until February 2024. We received poems in four languages: Afrikaans, Dutch, English and isiXhosa. Our evaluation process focused on how each poem organizes an experience and communicates it effectively. We have paid attention to the following criteria that came to the fore in Dr Charl-Pierre Naudé’s lecture:
Do the lyrical I make contact with themselves?
Do the lyrical I make contact with others?
Does the poem tell us something about the world that is burning (internally or externally)?
Meta-language: does the poem play a game with poetic theory/pose a question?
Does the poem metaphorize a shared experience where reading and writing are transcended?
Does the poem invite interpretation? Does the poem evoke emotion in the reader? Does it touch the others in the experience? Does the poem evoke a new experience?
Based on the above, we have chosen one winner, namely:
Geert Viaene, “Wie spreekt dezelfde taal”
Additionally, we would like to make special mention to the following two poets for their outstanding submissions:
The winner, Geert Viaene, will receive a signed copy of Dr Charl-Pierre Naudé’s second poetry collection, In die geheim van die dag (2007).
The Jury,
Drs Jessica Van Wynsberge & Prof Alwyn Roux
Carina van der Walt. Inferno op Haïti
Inferno op Haïti
die klimaat kan gaan slaap
die hel bars los in in die hoofstad
dik verset van mens teen mens
witwarm woede oë spoeg vuur
bendegeweld perk beweging &
vryheid van eilanders in – pryse
styg – dakloos hopeloos op Haïti
geen bos brand nie ’n kultuurbrand woed
mense bid in wit ’n dokter eis soldate
13 gelynched & aan die brand gesteek
bendes daag polisie uit & andersom
kapmesse klippe blote hande
lyke agter brandende bande
volgens die pous het God geen sê in Port-au-Prince nie
Nerkiz Sahin. Hoe
Hoe
Hoe vertaal ik
Mijn gevoelens
In woorden en zinnen
Welk woordenboek
Kan duiding geven
Aan wat niet is
Te beschrijven
Waar begin je
En hoe te stoppen
Als je gevoel
Te onderdrukken
İs en blijft
Terwijl je pen
In aanslag wacht
Je hart te legen
Op lagen papier
Te lezen door ogen
Die jou denken
Te begrijpen
En toch falen
Want je verbloemt
Alles wat je schrijft
Om toch jezelf
Niet bloot te geven
Ludwig Van de Voorde. PREPPER
PREPPER
er klinkt hoongelach door omstaanders bij het zien
van zijn Defender, tot aan het dak volgestouwd met
reservebatterijen, ruitenwissers, een bijbels getal
conserven ravioli met tomatensaus.
per dag een rantsoen van dertig centimeter wc papier,
postzegels voor poste restante.
met anti-boommarterpasta aan de kabels onder de motorkap
is zelfs het kleinste detail doorgedacht,
wil hij volledig zelfvoorzienend in afwachting
van verlossend manna zijn.
op zijn tocht niet vlugger rijden dan honderdtien
zeggen de berekeningen normaal gezien
nog veertig liter over wanneer hij Jeruzalem binnenrijdt.
bij het einde van de tijd zal hij alleen naar zijn autosleutels grijpen,
het jammerend weegeklaag zonder omkijken achterlaten.
hij twijfelt nog of hij een geliefd mens mee zal nemen.
de passagierszetel moet dan leeggemaakt waardoor hij
naar zijn gevoel, niet langer alleen, misschien wel
veel te kwetsbaar wordt.
Joost Hontelez. Er spreekt een stem
Er spreekt een stem
Knokig zijn de knieën van de redelijkheid, ze prikken welhaast door de sleetse scheerwol van een veel te wijd gegroeide broek,
het dunne haar is vlassig wit en waaierig, er zitten vlekken van pigment op de bejaarde slapen die met rimpels zijn doortrokken, die ontspannen, samentrekken, je staart ernaar en pas dan word je gewaar van een mond, er spreekt een stem, rustig en beheerst maar overheerst door een moriskenchachacha van wrattenneuzen, scheve tanden vol met etensresten, schele bloeddoorlopen ogen schieten vuur, dikke aders zwellen onderhuids, gebalde vuisten en beduimelduimen schreeuwen op hun twitters en hun tiktoks en hun instagrammen wij, niet zij, zij niet en ik nee ik, NEE IK, NEE IK, er zijn verwensingen, er zijn insinuaties en er wordt gedreigd, bedreigd en als het dan ineens
stilvalt
zoals vroeger in een volle kroeg na een gebroken glas
klinkt door de rook sereniteit met iets van luisteren,
begrip en billijkheid en samen doen en delen,
er wordt opgekeken, opgesprongen en geknikt,
er komt inzicht, licht en selfietime
en de duimen delen voort
op hun twitters en hun tiktoks
en hun instagrammen:
ik.
Hans Van Miegelbeek. (zonder titel)
(zonder titel)
de muze van mijn wijn vraagt glazen
walsen brengt geuren en beelden van toen
pril gezocht en gevonden: wij en gaard
haar rouge vindt weldra lippen
het smaakt naar jong dat opging in werken
tannine van een beetje klagen mild aanwezig
volle druiven oogsten deed nederig bukken
persen bracht later nieuw genot
onze kinderen rijpen nu in de vaten van het huis
speuren naar een eigen glas
Charlotte Vande Wiele. Samespraak
Samespraak
lig ik braak te mompel
niet te min thans nog
baat het niet dan
onderhoud ik van
bederf geniet de zin
spaakt het heil
slaakt buikpotig een zucht van een vloek
in belang van het geding te bekomen
waarop je nog wacht
Kavita Vlieghe. A burning world
A burning world
Looking from inside out
she sees a burning world.
In the silence of her room
she writes a poem.
Poetry in order to fill a need.
The need of understanding.
The urge to find patterns
where there seem to be none.
The wish to find meaning
when all is lost.
In an attempt to bring
experiences to life.
Unlocking moments of magic
of beauty for everyone to see.
Exploring destruction with wars
like bombs shouting louder than ever.
A loudness that no longer can be ignored,
rhyming with all in harmony and disharmony.
For poetry is ambiguous.
Ward Vandeplas. Het lijden dat ik hoor
Het lijden dat ik hoor
Als dichter schrijf ik
in schaduwen en verdriet.
Mijn pen weeft het verhaal
met echo's van herinneringen,
een reis van een traan.
Mijn onverstuurde brief fluistert
mijn woorden in hartzeer,
het verdriet klopt in mijn hartslag,
een glimlach vastgelegd
als de stem van mijn pen.
De inkt van mijn gedachten
schreef neer,
toch sprak één van de talen meer,
maar de fouten bleven,
alles in het verleden van het leven,
verweven verhalen
die ik maar niet kon lezen.
En nu ben ik hier
in een geest beschreven
met willekeurige woorden;
de stemmen waren in mijn dromen,
maar alleen ik kan ze horen.
Alles werd geschreven
vol zichtbare druppels,
golvend in klanken
van een pseudoniem als naam,
een dichtende geluid
als mijn schuilende traan.
Op het einde van mijn punt
kwamen gedachten te staan,
opgeschreven met het kaarsvet
van het vuur; het papier
opgebrand in het tikkende uur.
©️ wardsheart
Stefaans Coetzee. Gedigsiklus
Gesprek
Is jy okay? Voel hoe nat is jy.
Praat met my.
Dis ek, nè? Te dik. Te oud.
Of die geld! Ek sal minder –
nee – nee, ek ken julle mans, hoe jonk is sy?
Dis die tronk, nè? Wat het daar gebeur?
Jirre, praat met my ...
*
Nuwe begin
Ek kniel tussen die grafte
– vier –
miere klim berg oor my skoene
wat letsels oor ’n gemeenskap getrap het
– diep –
soos vergifnis van ’n moeder terwyl ’n moordenaar vry loop
om môre oor te begin soos die sondaar na sy doop.
*
Dis al
Jy is slegs elf dae oud
en hulle vonnis my tot lewenslank –
’n ewigheid sonder jou
en die regter sê dis al.
In CMAX maak hulle die reëls:
6 foto’s, 1 X driekwart uur besoek (agter glas),
2 briewe, 2 oproepe van tien minute elk,
dis al.
Nie weer die geur van jou melkkoppie
nie die streel van jou satynvelletjie
nie vingertjies wat my duim toevou nie
niks nie, want
dis al.
Hierdie jaar matrikuleer jy
hierdie jaar laat hulle my vry
en ek wonder; gaan jy ook vir my sê:
Pappa, dis al.
Anke van Oostveen. vouwen in je wang
vouwen in je wang
het zien van de maan die haar een laatste keer beschijnt
van je vader die ernaast op een matras op de grond ligt te slapen
de slinger van de staartklok die stil is gehangen door je broer,
zodat jij kan slapen op de bank in de woonkamer.
het zien van een glas dubbelfris in haar hand,
om de smaak van morfine weg te spoelen.
tot zover de feiten. jij hebt je eigen tekst.
de maan aan anderen vertellen (mooi rond vol fel) is hetzelfde als iets verzinnen.
je vertaling van de stille klok: dat jij niet kan slapen van de gedachte
dat de klok, de vader, de moeder niet de laatste minuten bijhouden.
je wil met ze de seconden tellen zoals op oudjaarsavond.
blijf bij de feiten: op de bank in een slaapzak de maan je ouders dubbelfris morfine.
zet jezelf op mute. je vraagt: kun je mij horen, je vraagt: kun je mij zien,
want jij ziet alleen je eigen tekst.
ze draagt een operatiehemd, haar kleren naar buiten gegooid
voor de wind om ze mee te nemen.
je bent poreus aanwezig zoals het wisselende licht tussen dag en donker, tussen feit en fictie.
je staat op mute. je vraagt in het schijnsel van de maan: kun je mij zien, kun je mij horen.
je staat op mute. de staartklok staat op mute. de tijd staat op mute.
niet het gesnurk van je ouders niet de dubbelfris niet het operatiehemd niet de alledaagsheid
niet de feiten: ze slapen hun laatste huwelijksnacht.
het beeld waarmee je in de slaapzak ligt: een dode vleermuis met opgekrulde pootjes,
de vleugels wijd uitgespreid, het bekje open in een krijs, het dier geeft schaduw op de tegels.
denken aan de vleermuis op de borst van je broer. het litteken dat achterblijft. feit is
dat je droomde over de vleermuis. feit is dat je sliep. je ontkent (wie slaapt er
in het oog van de dood). de slaapzak vouwde het bewijs van de slaap in je wangen.
zet je op mute. je vraagt: kun je mij horen, je vraagt: kun je mij zien.
je mag gezien willen worden, we leven niet in het donker.
je teksten zijn gedachten zijn vertalingen zijn echo’s om je stem te horen.
feit is dat ze wakker is, dat ze staart. je vertaalt haar zucht haar zicht (het staren) het gewicht
dat ze draagt. ze kan alleen doodgaan vanuit haar niemandsland, daarom kijkt ze door je heen.
ook jouw teksten beginnen bij een nulpunt. je moet alle kamers in alle gangen door
tot je nietigheid hebt gevonden: een lege eenzame plek waar je begint
die je helpt om woorden te geven aan wat je meemaakt.
de maan werpt schaduw, kom dan kijken. je staat op mute. je tekst: dag mama,
je tekst: het is erger de angst om te verliezen kwijt te raken
wat je nu verloren hebt zijn herinneringen van voor je woorden had
wie kan jou die tekst geven –
je bent poreus als het wisselende licht
je bent het niet altijd eens met je teksten. je bent het niet altijd eens met wat je ziet.
beide werelden zijn je uitwegen.
je sliep, je gezicht gevouwen als bewijs
geloof je nog dat dit gebeurde
Geert Viaene. Wie spreekt dezelfde taal
WIE SPREEKT DEZELFDE TAAL
je luistert naar de wind die streelt
tussen helmgras in de zeereep-
duinen, je smaakt het zout op je
uitgedroogde lippen, je staat op
de tippen van je tenen, je rug
naar de zee toe, je kijkt over
de dorre grashalmen, je ziet
de allerkleinste bewegingen
in de uitgestrekte savanne, elk
teken van leven spreekt je aan
in de verte is er vloeibaar licht
de zon verzengt, vale gieren
strekken hun nek, hun vleugels
grijze tapijten, zweven in cirkels
de zee zingt, het water valt iedereen
in de rede, golven zwiepen heen en
weer, hoe kom je tot samenspraak
wat zijn de drijfveren, iemand recht
zijn rug, iemand steekt zijn kop uit
boven het gras, wie is eensgezind
Tlotlisang David Mhlambiso. Isikhalo somhlolokazi
Isikhalo somhlolokazi
Ndisezeni kwiqula lamayeza,
Nam ndiphile ndiphol’ amanxeba,
Ndihluzek’ iintlungu entliziyweni,
Uhlangulek’ umphefumlo wam ezintlungwini,
Ndifane nabanye abafazi abaphilile,'
Ndikhululeke emakhamandeleni anje.
Mfazi mni na lo uvath’ ezimnyama?
Mtshakazi mni na lo ungumhlolokazi?
Ubonwe ntoni nguThixo yena yedwa?
Wone ntoni kuThixo yena yedwa?
Ebutsheni bam ndona ntoni kuThixo?
Lent’ ukufa othunywe nguThixo endoxuthileyo……
Wandijajisa emehlwen’ abafazi ndimtsha,
Wandenz’ intlekisa komakhelwane.
Yhini ukuboph’ umthwalo ekuseni!
Yhini ukuba ngumhlolokazi ebutsheni!
Intlungu yon’ ibonw’ ebusweni bam,
Wonk’ ubani wenz’ umzekelo ngobomi bam.
Oh! Uhlekisile ngam Thixo ninokufa,
Nindenzile emhlabeni wakho nokufa.
Kathleen Maenhout. Onderzeeër
Onderzeeër
Tactiel nadert de onderzeeër van Typhoonklasse de samenzweerder. Als het goed is hoor je een akoestisch geluid van metaal op metaal schuren. Onderzeeërs zijn alomtegenwoordig. Schoonmoeders zijn dat ook. Mijn schoonmoeder is gehuld in een wollen mantel, het knoopsgat en de kraag in haar nek, zij is gehuld in historisch duffelcoat Zij is onbevroren, mijn schoonmoeder is onbevroren : “ga nu weg uit mijn stoel en kantoor tot ik je bel met een uitnodiging”. Haar densiteit verhaald over het militair uniform tijdens de asymmetrisch gevoerde militaire operatie. De waarnemer fraseert de geheimgehouden documenten, contracten met een kop, weerhaken. En in haar staart, in haar vissenstaart is zij onbespied, grootvis, glijdt door wateren, leest de oceaanlandkaarten, staat in de oceaan in de richting van destructie, van onderschepping.
Kmae.
Marion de Vos. The Door of No Return
The Door of No Return
A mouldy smell
of seaweeds and moisture
hangs in the air,
on the Island of Goree.
The sea laps soothingly
at the mussel covered stones.
Shells open and close
at each new wash
beneath the door of no return.
Palm trees stand like sentries
at the caves of Bagamoyo
among balmy scents
from lushest greens.
Inside, chains, rusty relics,
hang idly, as do bats
whose droppings paint
black streaks on the walls
of darkness.
At the former slave market of Stonetown,,
the perfume of spices appeases
the price of men and women,
according to age and sex
displayed on auction boards,
restored to perfection,
for the sake of history
Seagulls perch above
the white-stained pillory.
Jessica Van Wynsberge. Iziko
Iziko
Het lyrische zelf creëert
Gedachten
Die niet stoppen met praten
Als een slang
Van een lang verloren stam
Laat een gespleten tong
Sporen na
In postkoloniale wateren
Terwijl archieven
Streven naar meer weten
Streeft het schrijven
Naar meer woorden
Tussen woord en weten
Baant de slang zich
Een weg
Weg van het verzamelen
Maar in het verzamelen
Vertaalt de slang
De ongeschreven boeken
naar liefdevolle daden
Rentia Weber. Memento
Memento
eendag
as jy goed bevlek is en staar
sal ek weer kom
flenter 'n opdrifsel
wat jy met krom
klou sal waai langsamerhand
afgeëts teen die skimmel van breinvlies
sal jy dalk verflard iets
onthou
van 'n laning verlies
'n gulsige mond wat my oopgepriem het
narstiglik gesluk het
amper
verstik het aan lyfseer
volbring in die afstigting
en skeiding van mens
woorde is nie genoeg nie
liefde
allermins maar
gedompel in my kern was ek
jou langarmdans ligvoets
gebrekkig godgeskepte grein
groot maar toe ook klein
ek kon nie die horison briek
alles daarmee vervaag
na al die jare
is dit wat oorbly
ek
stoflaag
Oscar Tops. Scherpschutter
Scherpschutter
Een scherpschutter die (omgerekend naar mensentermen)
urenlang stilligt, onbeloond
moet wachten totdat misschien wel
niets gebeurt.
En als er iets gebeurt, kan het een kat zijn of een kind
of een burger die je niet moet hebben, dacht je
te weten maar kleding zegt weinig in deze wereld.
Zo wacht je verder, ben je niets
aan het doen behalve tijdsbesef aan het verjagen als een storende vlieg
totdat eindelijk, vlak voor de schemering, een doel beweegt
nietsvermoedend naar de wc moet of een sigaretje opsteekt.
Dan haal je over, nogmaals, twee keer minstens probeer je
te raken. Meestal mis je. Maar bij een treffer ben je alles
van begin tot eind. Zo lijkt het dan. Even. Een hartslag. Zo voelt het,
een gedicht te zijn.
Omotola Adeyelure. Tongue Rebirth
Tongue Rebirth
In the realm of spoken certitude, what then shall we say?
Unfurl the woes of tongues, our originality essence at play
For in this discourse, we confront a bitter plight
The shackles that bind our identity, casting shadows so tight
Oh, let us converse today, with hearts unswayed
And scrutinize the ways our children bear this judgment's cruel charade
For fading dialects wear the regalia of inferiority
Where our African tongues are deemed feeble, meek, and mundane
Let's embark on this journey, unburdened and free
To celebrate the richness, the legacy that should be
Do we boast of our offspring mastery, the colonial tongue they wield
Yet their struggle to embrace the mother's tongue is acclaimed?
Oh, it’s time to shed these layers, to reclaim what is true
To harmonize our languages, to honour and renew
For in the cadence of our heritage, is pride and beauty
Restoring dignity is a rightful duty
So, let melodious chronicles be rewritten today
To dismantle the chains of linguistic decay
To embolden our children, their roots in full bloom
Where pride intertwines with the melodies that consume
Our mothers didn’t dispose their lingua in a dung
Decolonising language of superiority, rights the ancient wrong
For in our originality and reverence, we find our way
Reviving our African tongue and forever it’ll prevail